Inclusief een praktisch toepasbaar schema
[ onderaan dit blogartikel ]
Mijn persoonlijke stelling is dat er in Nederland te weinig zelfrespect is onder de (werkende) bevolking*. Gewoon ergens ‘nee’ tegen zeggen, zonder het gevoel te hebben je te moeten verantwoorden, is een heerlijk gevoel van vrijheid. Het is de vrijheid van het leven zelf, die ieder mens tot zijn of haar beschikking heeft. Het is de eigen en innerlijke keuze om jezelf te zijn, los van systemen, verwachtingen of sociale codes.
Zelfrespect is een centraal psychologisch kernbegrip van ‘het mens-zijn’. Bij het niet voldoende tot ontwikkeling laten komen van zelfrespect, je innerlijke waarde, dan ben je jezelf onbewuste aan het verwaarlozen. Dat heeft allerlei oorzaken, die veelal gelegen zijn in iemands biologische aanleg gecombineerd met een opvoeding en sociale omgeving waar van alles scheef liep. Het nature – nurture principe.
De gevolgen van die onbewuste zelfverwaarlozing zijn niet mals. Dat kan zich uiten in uiteenlopende persoonlijke problematiek zoals een stevige burn-out (meer dan alleen energetisch leeglopen), problemen met het opbouwen en in stand houden van relaties, niet toe komen aan (persoonlijk) leiderschap, problemen met het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid en problemen met de natuurlijke persoonlijke ontwikkeling.
Dat is nogal wat.
Daarbij kan een tekort aan zelfrespect leiden tot het existentiële gevoel dat je leven stilstaat — alsof je steeds over een onzichtbare drempel struikelt, zonder te weten waarom.
Verderop in dit blogartikel heb ik een checklist gemaakt zodat je de onderdelen en de mate van zelfrespect en de energiehuishouding bij jezelf kunt checken.
Ga zelfrespect zien als het sleutelthema voor: burn-out, grenzen stellen en autonomie
↓
1. Zelfrespect en burn-out: de fundamentele verbinding
Mensen met (chronisch) weinig zelfrespect:
- Relativeren hun eigen behoeften en gevoelens te veel.
- Zetten de belangen van anderen structureel boven die van henzelf.
- Durven geen ‘nee’ te zeggen, uit angst voor afwijzing, schuldgevoel of het idee dat ze niet ‘goed genoeg’ zijn als ze grenzen stellen, of bang zijn om buiten gesloten te worden.
- Hebben vaker een externe beheersingsoriëntatie (‘externe locus of control’), wat in meta-analyses samenhangt met hogere burn-out. Hun beslissingen worden veelal bepaald door anderen, ze leunen teveel op anderen, waardoor ze het zelfstandig bijsturen van wat ze zelf willen niet op de rit krijgen.
- Neigen naar perfectionisme/overmatige plichtsgetrouwheid (hoge, rigide standaarden voor zichzelf, moeilijk kunnen stoppen). Dit vergroot burn-outrisico, vooral bij maladaptieve perfectionismecomponenten**.
- Vallen veelal terug op vermijdende coping of rumineren (piekeren, uitstellen), waardoor herstel uitblijft en problemen blijven liggen. (Sluit aan bij jouw punt over “blijven hangen in dezelfde problematiek”.)
- Hebben moeite met zelfcompassie (zijn veelal te hard voor zichzelf), terwijl juist meer zelfcompassie beschermend werkt tegen burn-out.
↓
Dat alles draagt sterk bij aan het ontstaan van burn-out, verder te herkennen aan het volgende gedrag:
- Ze gaan structureel te lang door.
- Signalen van overbelasting worden genegeerd of gebagatelliseerd.
- Ze voelen zich verantwoordelijk voor zaken die buiten hun macht liggen.
- Ze vragen steeds advies aan anderen en blijven hangen in dezelfde soort problematiek (cyclisch).
- Ze kunnen moeilijk omgaan met kritiek.
Inzoomen: waarom burn-out niet zomaar ‘overgaat’: het effect van associatie en ontsteking
Recent neurobiologisch onderzoek laat zien dat burn-out niet alleen een psychisch of energetisch probleem is, maar ook een fysiek ontstekingsproces in de hersenen. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat chronische stress het immuunsysteem activeert, waardoor er een laaggradige ontsteking ontstaat (een chronisch, subtiel ontstekingsproces in het lichaam, dat niet acuut of zichtbaar is zoals bij een wond of infectie, maar wel langdurig actief blijft op de achtergrond) — vooral in gebieden die betrokken zijn bij energie, motivatie en concentratie. Dit verklaart waarom mensen met burn-out vaak langdurig vermoeid blijven en langdurige cognitieve klachten melden, zelfs als ze “niets meer hoeven”.
Wat dit proces extra verraderlijk maakt, is het effect van associatie: het brein koppelt onbewust situaties aan stressresponsen. Wie bijvoorbeeld altijd met tegenzin naar het werk fietste, kan maanden later nog een lichamelijke stressreactie ervaren bij het zien van de fiets. Zo’n Pavlov-reactie activeert opnieuw het inflammatoire signaalstofje (cytokine IL-6), die direct vermoeidheid veroorzaakt. Dit heet klassiek conditioneren; dezelfde respons dooft doorgaans uit via gecontroleerde her-blootstelling (extinctie/exposure).
Herstel betekent dus niet alleen ‘rust nemen’, maar ook breken met de triggers die het lichaam blijven vertellen dat het in gevaar is. In de praktijk betekent dit: andere routines, een nieuwe werkomgeving, oude patronen doorbreken — en vooral niet ’terug naar het oude’. Alleen dan krijgt je lichaam en geest de kans om echt te herstellen.
↓
2. Zelfrespect en grenzen: verwaarlozing van jezelf
Grenzen stellen begint met voelen dat je er mag zijn — met alles wat je wel en niet kunt of wilt. Zelfrespect is hier dan ook de basis.
Zonder voldoende zelfrespect:
- Ervaar je het stellen van een grens als iets ‘egoïstisch’ of ‘oncollegiaal’.
- Ontbreekt het innerlijke kompas dat zegt: “Tot hier, en niet verder.”
- Is er een verhoogde kans op zelfverloochening en overcompensatie.
Met voldoende zelfrespect:
- Erken je je behoefte aan rust, herstel, autonomie als legitiem
- Durf je assertief te zijn zonder schuldgevoel, schaamte of onzekerheid.
- Kun je je energie beter bewaken en verdelen over de dag.
“Wie zichzelf niet voldoende respecteert, kan moeilijk opkomen voor zichzelf — en loopt dus meer risico om over de eigen grenzen heen te gaan die hij of zij niet eens bewust herkent.”
↓
3. Zelfrespect en autonomie
Zelfrespect en autonomie zijn diep met elkaar verweven, omdat zelfrespect de innerlijke basis vormt waarop autonomie kan rusten. Zonder zelfrespect mist autonomie haar psychologische verankering — dan blijft het een theoretisch recht, geen geleefde werkelijkheid. In onderzoek wordt zelfrespect vaak gevat als ‘zelfwaardering’ (Rosenberg Self-Esteem Scale), die ook in het Nederlands goed gevalideerd is. Hieronder leg ik uit hoe dat werkt.
Wat is autonomie?
Autonomie betekent letterlijk: “zelf-wetgeving” (Grieks: autos = zelf, nomos = wet). In de praktijk verwijst het naar:
– het vermogen om zelf keuzes te maken,
– verantwoordelijkheid te nemen voor die keuzes en je handelen,
– je leven en werk inrichten volgens je eigen waarden en inzichten.
Autonomie vereist dus innerlijke stevigheid en je niet laten leiden door een vaag gevoel (emoties die je niet herkent en dan maar wat doet) – en dat is precies waar zelfrespect in beeld komt.
Waarom helpt zelfrespect bij het versterken van autonomie?
Zelfrespect geeft je het recht jezelf serieus te nemen.
Als je jezelf respecteert, beschouw je je gevoelens, grenzen, wensen en overtuigingen als legitiem. Je zegt innerlijk: “Ik doe ertoe, mijn mening telt.”
Daardoor claim je ruimte om te leren, en vooral om jezelf (gevoel, overtuigen) te leren kennen, en zelfstandig keuzes te maken, in plaats van je voortdurend te schikken naar anderen (of zelfs door geprojecteerde verwachtingen van anderen).
In meer existentiële zin betekent zelfrespect dat je jezelf erkent als eerstverantwoordelijke over je eigen bestaan. Je gevoelens en overtuigingen mogen er zijn; ze verdienen erkenning, zowel van jezelf als van de ander. Iedereen heeft de plicht om de ander daarin te respecteren. Alleen dan kan er een gelijkwaardige, open en constructieve conversatie ontstaan.
Die erkenning is geen vrijbrief, maar een uitnodiging tot zelfonderzoek: Wat voel ik werkelijk? Wat geloof ik? En is dat waar en passend in deze situatie? Niets ligt immers vast — en precies dat maakt ons menselijk.
Je bent niet de enige als je dit lastige materie vindt: het wordt ons ook nergens geleerd. Ja, pas als het al te laat is. Terwijl dit thema de kern treft van wat een goed en menswaardig leven mogelijk maakt. En juist omdat dit essentiële besef maatschappelijk ontbreekt, herhaal ik mijn stelling: er is in Nederland een fundamenteel tekort aan zelfrespect onder de (werkende) bevolking. En dat tekort heeft verstrekkende gevolgen.
De gevolgen daarvan zien we elke dag, want het fundament voor een correct werkende maatschappij berust op drijfzand (een algemeen tekort aan zelfrespect als de oorzaak), zo kunnen we nu concluderen.
In plaats van werkelijk te kunnen leven vanuit innerlijke waarheid, slepen veel mensen zich voort — pleisters plakkend, pappend en nathoudend.
Het gevolg?
De één belandt in een burn-out. De ander glijdt weg in een depressie of wordt onverschillig. Een derde overschrijdt fatsoensgrenzen, gedreven door frustratie die kan doorslaan in woede, cynisme of zelfs razernij.
Dit is geen toeval. Het is oorzaak en gevolg. Als zelfrespect van het individu ontbreekt, dan raakt een maatschappij uit balans — van binnenuit.
2. Zelfrespect vermindert afhankelijkheid van externe goedkeuring
Mensen met weinig zelfrespect zijn vaak sterk gericht op wat anderen vinden — en stemmen hun keuzes daarop af. Dat is het tegenovergestelde van autonomie.
Met voldoende zelfrespect:
– durf je af te wijken
– accepteer je dat niet iedereen het met je eens hoeft te zijn
– vertrouw je op je eigen kompas
– durf je kwetsbaar te zijn en te leren
Dit is de basis voor autonoom handelen met innerlijke rust.
3. Zelfrespect versterkt morele autonomie
Zelfrespect is ook een morele houding: je weigert jezelf te verlagen of te laten gebruiken. Daardoor kun je ‘nee’ zeggen tegen druk die indruist tegen jouw waarden — of dat nu komt van een leidinggevende, sociale norm of gouvernementeel systeem.
Dit is essentieel bij integriteit (correct en transparant handelen) en bij weerstand tegen onrecht of manipulatie — iets wat Kant (filosoof van de autonomie) al centraal stelde.
4. Zelfrespect ondersteunt zelfsturing en verantwoordelijkheid
Zelfrespect impliceert dat je jezelf waardig acht om regie te nemen over je leven. Je voelt je verantwoordelijk voor je keuzes, in plaats van slachtoffer van omstandigheden. Je bent dus in staat om doelen te stellen, prioriteiten te bepalen en richting te geven aan je handelen. Zo word je niet ingezet voor de plannen van anderen, maar realiseer je je eigen plannen en doelen, in samenwerking met de ander.
4. Praktische toepassingen voor het verhogen van je zelfrespect
In begeleiding, therapie of coaching gericht op bijvoorbeeld burn-out is het versterken van zelfrespect vaak cruciaal. Daarvoor is eerst een gedegen analyse van jezelf nodig, zodat je de oorzaken van het in stand houden van een tekort aan zelfrespect helder hebt. Daarna kunnen de volgende coaching- of trainingselementen worden ingezet:
- Waarde-oefeningen: wat maakt mij waardevol los van mijn prestaties? Ga ik voor kwaliteit of kwantiteit?
- Grenzen in kaart brengen: herkennen waar je ‘ja’ zegt terwijl je ‘nee’ voelt.
- Herwaardering van rust: rust nemen niet zien als falen, maar als eerbied voor jezelf.
- Helder krijgen of herstel van innerlijke autoriteit: jij bent degene die ‘voelt’ / weet wat voor jou klopt, niemand anders. Dit aangaan brengt persoonlijke groei. En zonder persoonlijke groei, geen maatschappelijke groei (mocht je die ambitie hebben).
- De associërende elementen die verband houden met je burn-out (indien vastgesteld) in kaart brengen en elimineren uit je leven.
↓
Zodra je dit voor jezelf op orde hebt, ben je weer die betrouwbare partner voor je omgeving. Je laat je immers leiden door een sterk innerlijk waardensysteem, gegrond, stevig verankerd met je levensdoel. En zo ben je ook een inspiratiebron voor anderen.
Alle hierboven besproken inzichten en signalen zijn helder en concreet in kaart te brengen. Daarmee wordt ook zichtbaar: waar sta je al stevig, en waar valt nog te versterken?
Onze analysefase helpt je om feitelijk zicht te krijgen op jouw waardensysteem, je gevoeligheden én de patronen die jouw zelfrespect ondermijnen. En precies dát geeft richting. Soms zelfs verrassend helder. Want wie zijn eigen fundament begrijpt, weet vaak ineens ook wat hem of haar werkelijk te doen staat.
Deze zelfanalyse is dan ook een krachtig vertrekpunt voor herstel, groei én duurzaam succes op de arbeidsmarkt.
Hoe zou het voor je zijn om een blauwdruk van jezelf te ontvangen — een persoonlijk kompas dat je helpt keuzes te maken die echt bij je passen?
Nieuwsgierig geworden? Bel of mail gerust — ik denk graag met je mee.
T 06 – 364 54 134
@ info@sollicitatieacademie.nl
Onderbouwende literatuur en ondersteunende bronnen
Christina Maslach & Michael Leiter, The Truth About Burnout (1997): benadrukken het belang van autonomie, persoonlijke waardigheid en het gevoel ertoe te doen in de preventie van burn-out. Recente review over theorie en meting van burn-out (2022); https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC8834764/?utm_source=chatgpt.com.
Brené Brown, The Gifts of Imperfection (2010): verbindt zelfrespect aan moed, authenticiteit en begrenzing.
Simone Weil, La Pesanteur et la Grâce (1947): filosofeert over innerlijke waardigheid en hoe het verlies daarvan leidt tot overgave aan systemen die ons uithollen; waardevolle, maar niet primair wetenschappelijke bronnen over burn-out/klinische effecten.
Pia Mellody, Facing Codependence (1989): stelt dat een beschadigd zelfrespect ten grondslag ligt aan zelfopoffering, grensproblemen en burn-out.
Immanuel Kant, Grundlegung zur Metaphysik der Sitten (1785): autonomie als kern van menselijke waardigheid; zelfrespect is voorwaarde voor moreel handelen.
Carl Rogers, On Becoming a Person (1961): stelt dat zelfacceptatie en authenticiteit de basis zijn voor psychologische vrijheid en zelfsturing.
Deci & Ryan, Self-Determination Theory (1985–heden): autonomie als een van de drie psychologische basisbehoeften; zelfrespect beïnvloedt in sterke mate of mensen die autonomie durven te leven.
Kristin Neff, Self-Compassion (2011): laat zien hoe zelfrespect en mildheid bijdragen aan innerlijke kracht en onafhankelijke besluitvorming.
* Burn-outklachten blijven hoog: in 2023 rapporteerde circa 19% van de werknemers burn-outklachten (NEA 2023). Vrouwen 20,8% en mannen 17,3% (RIVM op basis van NEA).” Bronnen: TNO/CBS NEA-overzicht met 2014–2023 trend (grafiek toont 19% in 2023).
Extra context; bij werkende jongeren heeft ± één op vier burn-outklachten (in de leeftijd van 18 tot en met 34 jaar): TNO-nieuws: TNO-onderzoek: Burn-outklachten onder jongeren een groeiend probleem (https://www.tno.nl/nl/newsroom/2023/09/burn-outklachten-jongeren-onderzoek-2022/?utm_source=chatgpt.com)
Werkdruk en prestatiedwang worden als normaal gezien, zelfs als statussymbool. In veel organisaties is er een cultuur van beschikbaarheid, meebewegen, en conflictvermijding en wordt de ‘peer-pressure’ constant gevoeld. Het TNO-onderzoek bevestigd dit: “Uit aanvullend kwalitatief onderzoek onder jonge werkenden blijken prestatiedruk, onzekerheden in het leven en sociale druk de belangrijkste bronnen te zijn van de ervaren stress.”
** Het gaat bij “maladaptieve perfectionismecomponenten” om trekken die samenhangen met stress, uitputting en burn-out, niet met gezonde ambitie. Concreet gaat het vooral om:
– Angst om fouten te maken (Concern over Mistakes) – fouten zien als persoonlijk falen; sterke zelfkritiek bij kleine missers.
– Twijfels over eigen handelen (Doubts about Actions) – voortdurend onzeker of iets “goed genoég” is; blijven schaven/uitstellen.
– (Te) hoge ouderlijke verwachtingen/kritiek (Parental Expectations/Criticism) – interne stem dat het nooit goed genoeg is. Deze schalen clusteren empirisch met de twee bovenstaande.
– Sociaal voorgeschreven perfectionisme (Socially Prescribed Perfectionism) – ervaren dat “anderen” perfectie eisen; sterk gevoel van druk en hopeloosheid als je dat niet haalt.
In onderzoek worden deze componenten vaak als één cluster geplaatst (perfectionistic concerns), dat risico op o.a. burn-out verhoogt; de “strivings”-kant (hoge persoonlijke standaarden) is minder problematisch of zelfs beschermend als concerns laag zijn.
Meer lezen / meetinstrumenten: Frost MPS (subschalen hierboven) en Hewitt & Flett MPS (waar “socially prescribed” de maladaptieve kant markeert).
*** JD-R-model (Job Demands–Resources)
Een raamwerk dat verklaart hoe taakeisen en hulpbronnen samen leiden tot burn-out (of juist bevlogenheid).
Taakeisen (job demands) = aspecten van het werk die inspanning/energie kosten (bijv. hoge werkdruk, emotioneel belastend werk, rolconflict). Te veel, te lang → gezondheidsbenadelingsproces: uitputting → burn-outklachten. wilmarschaufeli.nl
Taakhulpbronnen (job resources) = aspecten die helpen doelen te halen, leren/groeien en druk te dempen (bijv. autonomie, sociale steun, feedback, regelruimte). Voldoende bronnen → motivationeel proces: meer bevlogenheid, betere prestaties; ze bufferen ook de impact van hoge eisen. emerald.com
Persoonlijke hulpbronnen (zoals zelfeffectiviteit, optimisme) tellen mee en kunnen het evenwicht mee richting herstel/weerbaarheid trekken. TU/e Research
Kernboodschap voor de praktijk; risico op burn-out stijgt als hoge eisen samenkomen met lage hulpbronnen; herstel vraagt óf eisen verlagen, óf hulpbronnen (werk- én persoonlijke) verhogen—liefst beide. Dit is het hart van JD-R sinds het oorspronkelijke artikel (2001) en latere overzichten. TU/e Research-PubMed
Toelichting bronnen:
Demerouti et al. (2001), Journal of Applied Psychology – oorspronkelijke JD-R-paper. TU/e Research
Bakker & Demerouti (2007) – state-of-the-art review. emerald.com
Bakker & Demerouti (2017/2023) – theorie-update/overzicht. PubMed
.



