Vorige week schreef ik een post op LinkedIn met de titel “Het not invented here syndroom” (NIH syndroom). Dat zorgde voor inspirerende en tegelijkertijd zorgelijke feedback.
Het inspirerende aan de feedback die ik ontving is dat het veelvuldig door mensen wordt herkend en erkend. Het syndroom leeft onder een bepaalde groep werknemers en zelfstandigen. Het NIH syndroom wordt zelfs door sommigen op social media ervaren. In die herkenning zit ook meteen het zorgelijke aspect. Het is er. En het lijkt er ook nog wel even te blijven. Dat zit de ontwikkeling van veel goede ideeën en projecten in de weg.
Een goed idee brengt altijd verandering met zich mee. Het lijkt erop dat we daar niet zo van houden, zelfs niet als het klip en klaar is dat iedereen er op vooruit gaat. Het paradoxale hieraan is dat er door heel veel mensen wordt gezegd: “het moet anders!”, maar dat er in de praktijk maar moeizaam verandering op gang komt.
De redenen waarom anderen geen gebruik willen maken van een goed idee van de ander kan zijn:
- Angst voor inbreuk van patenten, copyright en andere vastgelegde wettelijke bepalingen op andermans werk (hier is het duidelijk aanwijsbaar)
- Gebrek aan kennis van de dienst of het product (het idee is slecht verkocht)
- Afwijzend tegenover het werk/ de ideeën van de ander staan (de ander het niet gunnen vanwege persoonlijke opvattingen/oordelen)
- Jaloezie
- Groepsafwijzing; omdat iemand met een goed idee niet onderdeel uitmaakt van de eigen clan, tribe of organisatie
Welke vorm neemt dit aan in jouw sollicitatieproces?
In jouw sollicitatieproces dien je rekening te houden met dit NIH sydroom. Vooral als je van plan bent te reageren op een vacature van “de concurrent”. Dat effect kan worden versterkt als er in de vacature-omschrijving staat “bij gelijke geschiktheid genieten interne sollicitanten de voorkeur”. Dat laat zich raden – lijkt mij.
Op je hoede zijn dus. Als je wordt uitgenodigd voor dat eerste gesprek, besteed dan extra aandacht aan concurrentie-onderzoek. Hoe hoger je in de hiërarchie van de organisatie komt, hoe groter de kans dat je dit NIH syndroom tegenkomt en hoe doortrapter en geslepener het spel wordt gespeeld – is mijn ervaring.
De gouden tegenwerping[bscolumns class=”one_half”][/bscolumns][bscolumns class=”one_half_last_clear”] [/bscolumns] Mocht je in een dergelijk spel terechtkomen, dan is de beste tegenwerping die je kunt geven, die van “het wiel opnieuw uitvinden”. Niemand vind het leuk om het verwijt “ben je het wiel lekker opnieuw aan het uitvinden?”, te ontvangen. Je kunt dit argument subtiel brengen, door aan te geven dat je hier niet als concurrent komt, maar dat je juist komt helpen. Je wilt niet dat de organisatie het wiel opnieuw gaat uitvinden. Het is logisch dat jij daar een waardevolle bijdrage aan gaat leveren.
Op deze manier buig je het risico op een gespannen gesprek om in het centraal stellen van wederzijdse belangen. Iets wat je in elk sollicitatiegesprek te doen staat, als je in een gespannen situatie beland of als de meningen te ver uiteen dreigen te lopen.
Kortom, hou de controle over het sollicitatiegesprek en jouw positie daarin.
[optin_box style=”23″ alignment=”center” opm_integration=”N” email_field=”email” email_default=”Vul je email adres in” integration_type=”activecampaign” double_optin=”Y” thank_you_page=”http://www.sollicitatieacademie.nl/download/2369/” already_subscribed_url=”http://www.sollicitatieacademie.nl/download/2369/” list=”12″ name_field=”first_name” name_default=”Vul je voornaam in” name_required=”Y” opm_packages=””][optin_box_field name=”headline”]Download de De Sollicitatie Matrix©[/optin_box_field][optin_box_field name=”paragraph”][/optin_box_field][optin_box_field name=”privacy”] Wij gebruiken je naam en mailadres enkel voor het onderhouden van onze goede relatie![/optin_box_field][optin_box_field name=”top_color”]undefined[/optin_box_field][optin_box_button type=”0″ button_below=”Y”]Download[/optin_box_button] [/optin_box]
Gebruik De Sollicitatie Matrix©, zodat jij jouw sollicitatieproductiviteit direct kunt gaan verhogen.
Op jouw sollicitatiesucces!
Erik Hofstra